‘Stelwagen in de zorg’

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: mevrouw Stelwagen, de bazige directrice uit het verzorgingshuis van Hendrik Groen, bestaat écht. Zo’n niets en niemand ontziende manager die in een verzorgingshuis als een olifant door de porseleinkast dendert. Ik heb mijn ‘Stelwagen’ ontmoet toen zij aan het hoofd kwam te staan van het bejaarden- annex verzorgingshuis waar mij oma woonde. Mijn oma verhuisde kort na het overlijden van mijn opa op 76 jarige leeftijd naar het bejaardenhuis. Ze had het er leuk. Ze kookte de eerste jaren nog haar eigen potje, zat op een naaiclubje, ging naar de wekelijkse bingo en dronk elke ochtend met een buurvrouw een kopje koffie.

Haar kamer was met een klein keukentje, slaapvertrek, woonkamer en badkamer ruim. Met het klimmen der jaren kwam er telkens wat zorg bij. Zo werd ze geholpen bij het aan- en uittrekken van de steunkousen en weer wat later prikte ze een vorkje tijdens de gemeenschappelijke lunch- en avondmaaltijden mee. Op zeker moment kregen mijn zus en ik de uitnodiging voor een informatieavond over de aankomende verbouwing van de zorginstelling. En daar troffen wij ‘Stelwagen’ voor het eerst aan. Als een akela voor de troepen trapte zij luid en duidelijk de avond af door te zeggen ‘de meesten van u gaan wat ik nu over de nieuwe huisvesting vertel, niet meer meemaken’. Mijn zus en ik waren geschokt over zo weinig gevoel. Mijn oma en haar medebewoners verhuisden naar een wisselflat. Ook hier had ze lekker de ruimte maar zag het bewonersbestand in rap tempo veranderen. De nieuwkomers waren bedlegerig of wisten in sommige gevallen niet eens waar ze terecht waren gekomen. Wij zagen oma steeds stiller worden en meer teruggetrokken worden.

Ondertussen trof ‘Stelwagen’ voorbereidingen om haar naar het verbouwde centrum terug te laten keren. Wij bestudeerden de plattegrond van oma’s nieuwe onderkomen en zagen tot onze schrik dat de badkamer de grootste ruimte was geworden waar het bed een enorme draaicirkel kon maken. De keuken en het aparte slaapvertrek waren hierdoor komen te vervallen. Tijdens de informatiemiddag over de verhuizing stond ‘Stelwagen’ opgetogen voor ‘haar’ bewoners. Ze duidde de twee stickervellen in haar hand. ‘De kleur groen plakt u op de meubels die meeverhuizen. De andere meubels krijgen een rode sticker.’ Op mijn vraag wat er met de achterblijvende spulletjes gaat gebeuren bitste ‘Stelwagen’: ‘dat gaat naar de vuilverbranding’. Gelukkig had niet iedereen z’n gehoorapparaat in maar de opmerking sloeg in als een bom.

Mijn oma had er toen al geen zin meer in en haar nieuwe plek kon niet bekoren. Op de dag voor kerstmis 2006 is zij overleden. ‘Stelwagen’ kwam ons condoleren. Eigenlijk moest Oma’s kamer de volgende dag al leeg zijn. Maar vooruit, de dag na kerst wat nu ook goed. Echt, hoedt u voor de ‘Stelwagens’ van deze wereld. Zeker in de zorg.